Siroop -ver- beeld(t)
Alles sterft, ook de dolende dichter die het bestaan
met wonderlinge visies vervoert
Om zo dapper, eenzaam ten onder te gaan
In het denkmoeras dat hem werkelijk beroert
Zij die boven het leven zweven en ver daaronder
Nimmer de route van voorspelbaarheid noteren
Taal ademen, ons woordelijk wezenlijke wonder
En zo Feitelijk sprakeloos met ons verkeren
Hun leven verrijkt tot siroop, eerst dikken dichters in
Zodat omfloerste versimpeling Waarheid duidt
Waarna gedachten-inkt neerdwarrelt als zaad, het begin
Woordenstof ontspringt in koude aarde als kostbare buit
Hand in hand gingen ze en gaat de bard
Slauerhoff, Dante, Burns, Van Ostaijen
Allemaal gestorven, maar nooit de worteling van hun Woord
Wat zij heimelijk Verwierven is nooit gehoord.
Zij die vrij denken en siroop beminnen
Onder en boven kijken en derhalve veelal zien, echt
Taal ombuigen en zo alle grenzen vergingen
Opdat scheiding tussen woord en beeld wordt beslecht
Wie eenzame gedichten omzet in verbeelding
Verdient mijn diepste respect
Omdat zij zichtbaar laten zweven, zien en voelen
Alles, maar werkelijk alles wat in de mensenziel zit ingebed.