Heren & Mannen
Vis à Vis
Als droesem knaagt aan de
hersenkwab.
l’ Homme contrôlée, Pineut Pinot.
Als tegenstellingen overeenkomstig zijn.
Niets de bekende plaats meer heeft.
Als Gaia is bezwangerd door boer Piet.
Het zijn spinsels zonder kop en
staart, met een wir war aan vinnen,
in elk een glas Poseidon’s bier
waarop zogend schuim gelijk de
branding;
ons ecologisch keerpunt.
Een dolende moederkoek als worstjes,
opgedeeld naast blokken kaas en
bitterbal.
Het is niet de wereld van mannen
met kalende kruin, die biljarten
met hun knar als keu,
bal tegen bal, beveiligd door
biefstuklachende vrinden.
“Hear hear zo gaat goed ie goed
amice.”
Ooit een vis, altijd een vis…
Blauw krijt op hun krijtpakken met
revers als vleugels
waarmee niet op te stijgen valt.
Minzame mannen met mini-brein.
Gevangen binnen grijze kaders,
verdikt door pretenties van 33
kilojoule per aandeel.
Op hun nekken de Ibiza-koppen en
ze weten niet:
het melanome bruin is zonnestront,
uitgescheten walnoten.
Nooit zien zij de groene invalide
koeien,
strompelend door de Kalverstraat
met rode regenpakbroeken, likkend
aan hun ijsjes.
Er is geen oog voor verdwazing,
noch verbazing,
alleen oog voor de heilige drie
eenheid van nu
waarin ritmisch te rijden valt:
vrouw, vriendin en auto,
als twee- en vierkleppers van de
hedendaagse mannensoort.