Zwaar geschapen mens De ver uitgestrekte vinger probeert te reiken Veni Creator Spiritus, jij uitgestrekt verlangen Gelijk Genesis om ons bestaan te hereiken En ook tijd waaraan einde en oordeel hangen Liefde, lucht en licht verbonden ’t goddelijk gloren Waarin opeens alles tast- en maakbaar leek Geen einde waartoe aardse aanrakingen behoren Slechts een zwoele mist waarin lust…
Jij beschermt mij
Toch heb ik jou gemaakt
Niets dat mij raakt
Ideaal voor allebei
Am I cherished or silently reviled
while vulnerable desire resides in me
Like a king who wanders and delirious for decades
He who ends up living in watery poetry